‘Een briljante jamsessie.’
in Mephisto 97, 11 november 2017
In het ritme van de tijd
Waarom niet eens in een vrachtwagen performen? Dat is wat het Belgisch gezelschap Post uit Hessdalen dacht, en ook gewoon deed. Nog tot zondag staan ze geparkeerd bij Euro-scene.
“De claustrofobische speelruimte in de vrachtwagen is gewaagd – en ongelofelijk spannend!”
Interessante locatie
Halverwege tussen de Gottschedstraat en Westplatz, zo’n 400 meter van de schouwburg verwijderd, verwacht men eigenlijk niet veel cultuur meer. Op de parkeerplaats van het pwc-gebouw staat echter voor enkele dagen een miniatuur-theater. Post uit Hessdalen toont daar hun huidige project PAKMAN, in het kader van het festival Euro-scene.
De vrachtwagen, die als mobiel podium dient, heeft een zekere cirkusflair. Het is dan ook helemaal niet zo vreemd als binnenin Pakman aan het jongleren slaat.
Paketten zonder einde
Bij het binnengaan vraagt men zich al af hoe alle toeschouwers in de laadruimte gaan passen. Het begint snel krap te worden, omdat het podium ongeveer de helft van de oppervlakte inneemt. De scène wordt in het midden afgeschermd van het toeschouwersgedeelte door een plexiwand, met daarin een klein doorgeefluik. Tegen de wand stapelen de paketjes zich op. Deze worden nog tijdens het naar binnengaan direct relevant, wanneer jongleur Stijn Grupping in zijn rol als postmedewerker begint de paketjes te bestempelen en ze over een lopende band in de toeschouwersruimte binnen laat rollen.
Door het gat in de plexiwand. Het publiek begrijpt het binnen enkele seconden: daar rollen onze zitplaatsen voor de volgende minuten binnen. De eerste aanwezigen beginnen in een brandweerketting de paketjes over de vloer te verdelen. Slim, want met dit systeem worden de toeschouwers meteen van in het begin in het arbeidsproces van de enscenering betrokken. Men staat meteen aan de lopende band, nog voor alle toeschouwers de laadruimte hebben betreden. Dat is dan ook de thematiek die PAKMAN wil belichten: het ritme van werken, en welke invloed dat op ons tijdsbesef heeft.
Sneller dan het oog kan volgen
Zodra het publiek rustig is geworden, wordt de lopende band terzijde geschoven en als ruimte-element voor Gruppings ongelofelijke jongleerkunsten gebruikt. Ik heb al veel indrukwekkende jongleurs mee mogen maken, maar toch: hij overtreft ze in deze bijna claustrofobische container allemaal! Grupping werkt niet enkel met wanden, bodem en dak, maar zelfs de onderkant van de lopende band wordt in verschillende hoeken geïntegreerd in de complexe weg van de botsballen. Steeds opnieuw weerklinkt er spontaan tussenapplaus voor zijn werpfiguren, vooral wanneer ze een adembenemende snelheid bereiken. De laadruimte blijkt daarbij een ideaal klanklichaam te zijn, waarbij de ballen als mokers op een gigantische trommel echoën. Heel onderhuids beginnen daarbij ook echte trommels te spelen, want op de achtergrond zit Jochem Baelus aan het drumstel, verborgen achter een wand van paketjes.
Grap en harmonie
Pakman scoort, naast de artistieke prestatie, vooral ook door zijn charmante en tegelijkertijd droge humor. Tussendoor wordt het ritme van de arbeid steeds weer door amusante lunchpauzes onderbroken, waarbij er aan de stilgelegde lopende band gegeten en thee uit een termoskan gedronken wordt. Daarvoor verandert de belichting in het podiumgedeelte. In deze scènes treedt Baelus te voorschijn en de beide performers tonen een kleine slapstickbijdrage in de stijl van klassieke clownerie. Gesproken wordt daarbij geen woord; de lichaamstaal volstaat volkomen om jong en oud even hard te laten lachen. Na deze “pauze” is Baelus openlijk met zijn drumstel te zien en begeleidt hij Grupping luider en autonomer dan ervoor. Het stuk verandert daarbij in een briljante jamsessie.
Levenswijsheid… voor kinderen?
Dat PAKMAN als stuk voor kinderen wordt aangewezen, ligt misschien aan de circusflair. Inhoudelijk biedt de performance in elk geval een diepgang die de hele jonge toeschouwers amper kunnen vatten. Een inzicht in de alledaagse arbeidsroutine en de daaruit ontstane eentonigheid komt tenslotte pas wanneer de wereld niet meer nieuw en spannend is. Voor volwassenen krijgt het stuk daarmee zelfs een dystopische bijklank. Maar misschien moet men de jongere toeschouwer ook meer toevertrouwen. Dan wordt de bijklank voor hen met opgeheven wijsvinger: “Bewaar de dynamiek van je kindertijd en laat je niet de verscheidenheid en de bijzonderheid van je gewaarwording van tijd wegnemen!” – dat kostbare aanvoelen dat mens en machine van elkaar onderscheidt. Ongeacht de leeftijd van de toeschouwer biedt PAKMAN zo veel meer dan men van een half uur in de laadruimte van een vrachtwagen zou verwachten.